'We moeten wondverbanden vooral geen magische kwaliteiten toedichten'

Harm Jaap Smit is wondbioloog, ceo van BioMedServ en lid van de expertgroep Wondzorg van het Wondplatform Nederland. Ook doceert hij aan het Erasmus Medisch Centrum en de Fontys Paramedische Hogeschool. Ondanks de hoopgevende ontwikkelingen van de afgelopen jaren ziet Smit dat er in wondland toch veel nog hetzelfde is gebleven. De grootste winst valt volgens hem te boeken met het eerder stellen van de juiste diagnose.

“Het eerste college van de opleiding tot wondverpleegkundige start ik steevast met dezelfde casus. Iemand zwachtelt een wond en houdt deze vervolgens vochtig met water uit een theeketeltje, zo leg ik de deelnemers voor. Wat gaat er tegenwoordig eigenlijk anders, vraag ik ze vervolgens. Vaak blijft het dan opvallend stil, ondanks de bak aan praktijkervaring die in de collegezaal is verzameld. Tuurlijk, niemand gebruikt nog een theeketeltje. Maar verder is er in essentie weinig veranderd in de manier waarop we wonden behandelen. En dat zegt wel wat, aangezien deze casus uit 1796 stamt. Dat er weinig veranderd is, merk je ook als je een gemiddelde wondkast opentrekt. Daar liggen grotendeels nog dezelfde producten als 25 jaar geleden. Niet omdat er geen nieuwe producten worden ontwikkeld, integendeel, maar omdat het dikwijls lastig blijkt om die producten onderdeel van de dagelijkse praktijk te maken.”

“Begrijp me niet verkeerd, we hebben in Nederland behoorlijk hele goede wondbehandeling. Ook als je kijkt naar zaken als financiering. Heb je hier een probleem, dan word je ook geholpen. En ik spreek vaak genoeg met collega’s uit het buitenland om te beseffen hoe goed de zorg hier is. Toch, op veel momenten in de keten ontbreekt het simpelweg aan specialistische kennis over wondzorg. Of het nu om huisartsen, de thuiszorg of artsen gaat. Daar hoeft verder niemand de schuld van te krijgen, zoiets is historisch gegroeid, maar het is wel de situatie waar we ons nu in bevinden. Waar de afgelopen jaren hard aan is gewerkt om tot verandering te komen, maar op dit moment dus nog wel ruimte voor verbetering is.”

De verkeerde conclusies

“Het gaat op meerdere manieren mis. Aan de ene kant heb je de arts, die een wond maandenlang niet dicht krijgt en dan concludeert dat het verband niet werkt. Komt er vervolgens een vaatchirurg en gaat de wond dan wél dicht, versterkt dit die verkeerde conclusie alleen maar. Aan de andere kant zie je dan weer dat er soms juist te veel vertrouwen in de producten is. Maar we moeten wondverbanden vooral geen magische kwaliteiten toedichten.”

“Natuurlijk, verbanden kunnen veel voor een patiënt betekenen. Ik sneed laatst een stukje van m’n pink af bij het maken van een bietencarpaccio. Dat doet gemeen pijn en het duurt een flinke tijd voordat het geheeld is. Op zo’n moment denk je wel even aan de zwaardere gevallen die je kent. Als het juiste verband dan pijn kan verzachten, wegnemen of ervoor zorgt dat het niet nodig is om de wond drie keer per dag opnieuw te verbinden – dat betekent wel wat voor zo’n patiënt. Toch is dat vooral verzorging, en niet per se behandeling. Want al draagt een wondverband wel bij aan een snellere genezing, niet zelden wordt dat effect weer tenietgedaan door alle andere zaken die bij patiënten met lastige wonden spelen. Als je alleen maar naar dat verzorgende aspect kijkt, naar het vergroten van de kwaliteit van leven, dan loop je het risico dat je elders iets mist – een infectie of een dicht vat – en zo onbedoeld nieuwe problemen veroorzaakt. Omgekeerd geldt dit ook als je de toegevoegde waarde van verbanden achteloos afwijst. ‘If you only have a hammer, every problem looks like a nail’, zeggen de Britten. En dat vormt ook in de wondzorg een uitdaging.”

“Kijk, bij 95 van de 100 wonden volstaat het opsporen en wegnemen van de oorzaak. Heb je een lastig genezende wond, dan is de kans groot dat daar een onvoldoende diagnose aan ten grondslag ligt. En dan er zijn nog tal van onderliggende factoren, van gedrag tot genetische afwijkingen. Dat onderliggend lijden is erg lastig om in kaart te brengen. In onder meer het Nederlands Tijdschrift voor Wondzorg heb ik daarom gepleit voor het indelen van wonden in een vijftal niveaus. Hierbij gaat het bij het laagste niveau om een normale wond zonder onderliggende pathologie en bij het hoogste niveau over bijvoorbeeld een wond met moleculaire pathologie. Zo’n model dwingt behandelaars om na te denken over de relevantie van de te nemen interventies, en vergroot daarmee de effectiviteit van de behandeling.”

Kosten verbandmiddelen verwaarloosbaar

“Wie eens goed naar het financiële plaatje kijkt, ziet dat er weinig reden is om heel moeilijk over de beschikbaarheid van verbandmiddelen te doen. Ik heb het zorgverzekeraars wel eens voorgerekend. Er zijn in de wondzorg jaarlijks zo’n 500.000 patiënten, die samen goed zijn voor een kostenplaatje van 3,2 miljard euro. Daarbinnen is het aandeel van verbandmiddelen 88 miljoen euro. Relatief verwaarloosbaar dus. En de echte winst op het gebied van kosten valt dan ook elders te boeken.”

“Het is bekend dat hoe langer een wond bestaat, hoe moeilijker het is om ‘m dicht te krijgen. Als je dan bedenkt dat huisartsen een patiënt met een wond gemiddeld dertig weken vasthouden, of dat het in de thuiszorg vaak aan specialistische kennis ontbreekt, dan zie je wel waar het probleem ligt. Het is dan ook belangrijk dat we naar een systeem toegaan waarbij expertise breder aanwezig is en sneller wordt ingeschakeld. Zaken als regionale expertteams of het certificeren van wondprofessionals kunnen daar een belangrijke rol bij spelen. Zo’n verandering vindt niet van vandaag op morgen, plaats maar ook een voetreis naar China begint met de eerste stap.”

Terug naar het hulpmiddel

Geen soortgelijke artikelen gevonden.